Verteltas: 'Eefje Donkerblauw'

1.      Inleiding

Wat is een verteltas nu eigenlijk?
Een verteltas is een kleurrijke stoffen tas met daarin een mooi prentenboek.
Een thema uit het boek is uitgewerkt met behulp van een informatief boek of nevenverhaal, eventueel een cd, attributen, handpoppen en spelletjes.
In de tas is ondersteunend materiaal aanwezig om woordenschat te vergroten en taal, geletterdheid, rekenvaardigheden en wereld oriëntatie te bevorderen.
Met de Verteltassen beleven kinderen op verschillende manieren het verhaal door de gebeurtenissen uit het verhaal te verbinden met de geschreven tekst. 

Het is altijd leuk om een verteltas te maken. Ik koos ervoor om rond het thema ‘kleuren’ te werken en hiervoor maak ik gebruik van het boek ‘Eefje Donkerblauw’.

Doelgroep
3e kleuterklas

2.      Hoofdverhaal

Eefje Donkerblauw

Het boek bestaat in verschillende formaten. In de verteltas zitten 2 verschillende formaten. Een groter voorleesboek en een kleinere versie ervan.
De grote is handiger om uit voor te lezen en de kleine is meer geschikt om het kind zelf mee aan de slag te laten gaan.



Als ouder is het de bedoeling thuis bezig te zijn met de verteltas. Je leest samen met je kind het boek voor en gaat daar rond dan een aantal speel en leer activiteiten mee doen.
In het boek zelf zitten er 3 transparante kleurenkaarten in (blauw – rood – geel).





In de verteltas vind je de volgende items terug waarmee je aan de slag kunt:
-                           - Het boek ‘Eefje Donkerblauw’
-                           - Puzzel
-                            - Memorie
-                           - Lotto
-                           -  Kleuren mengen
-                           - Tekening
-                           -  Eefje de pop
-                           -  Cape


2.1.Puzzel

De prenten waarmee de puzzel is gemaakt komen uit het boek ‘Eefje Donkerblauw’.
Wanneer je het boek gelezen hebt of eens is voorgelezen kan je kind de puzzel eens maken. Er zijn zes verschillende puzzels ter beschikking.
Met behulp van de voorbeeldprenten in de doos kan je gemakkelijker de puzzels maken.


Inhoud:
              -  9 kubussen         
              -  6 voorbeeldkaarten
         -   informatieblad








2.2.Memorie

Dit memorie spel is een bestaand spel gebaseerd op de prenten die in het verhaal voorkomen.

Spelregels:

Leg de 48 kaarten (24 paren) met de plaatsje naar beneden op tafel. Zorg er voor dat je de plaatsjes goed mengt. Let er op dat de kaarten elkaar niet aanraken.
Bepaal wie mag beginnen en speel verder in wijzerzin. Om de beurt draait een speler twee kaarten om. Zijn de beide plaatsjes gelijk, dan mag de speler die bij zich houden en is hij nog eens aan de beurt. Zijn de plaatjes verschillend, dan draait de speler ze op dezelfde plaats weer om. Let er ook nu op dat de teruggedraaide kaarten nooit de omliggende kaarten raken.
Den is de volgende speler aan de beurt. Speel zo verder tot alle paren gevonden zijn. Wie op het eind de meeste paren heeft, is de winnaar.

Tips:
-       Gebruik bij jongere spelers minder kaarten (bv. 12 paren)
-       Je kan de kaarten ook gebruiken om kleuren te leren of het verhaal na te vertellen.

2.3.Kleuren mengen

In het boek zelf zitten er 3 transparante kleurenkaarten in (blauw – rood – geel).
Met deze kleurkaarten kan je andere kleuren bekomen. Zowel in het verhaal, door de kaarten op de prenten te leggen en ook door de kleurkaarten op elkaar te leggen.
In de tas zitten 2 spelbladeren, een leeg en een ingevuld. De kleuters kunnen met de kleurkaarten gaan experimenteren en eens proberen om de volgende kleuren te mengen!

 



Het kind legt dan op het witte vakje de rode kaart + de gele en kijkt zo welk resultaat hij/zij bekomt.
Als het kind denkt dat hij/zij de oplossing heeft ga je samen eens naar de oplossingen kijken.
2.4.Lotto

In de verteltas zit een lottospel. Het lottospel is gebaseerd op het memoriespel.
De prenten van het memoriespel zijn gebruikt om het lottospel op te stellen.
Het lottospel bevat 4 legvelden  met een blauwe rand.
Om het lottospel te spelen heb je de kaarten van het memoriespel nodig. Niet alle kaarten maar 1 kaart per paar. Je hebt dus in totaal 24 kaarten nodig.

Spelregels:
Om de beurt trekken de spelers een plaatje. De speler die het eerst al zijn plaatjes op zijn legvel heeft verzameld, wint het spel.
Elke speler ontvangt een legvel. Elk legvel toont een aantal verschillende plaatjes. Elk plaatje komt precies één keer voor.
De kaartjes worden gedekt neergelegd en geschud. Ook elk kaartje komt precies één keer voor. In de loop van het spel worden de kaartjes op het overeenkomstige plaatje op de legvellen geplaatst.

Verloop
Het spel wordt gespeeld in de richting van de klok.
In zijn beurt draait de speler een kaartje naar keuze open. De speler die het getoonde plaatje op zijn legvel heeft staan, ontvangt het kaartje en legt het op zijn legvel. Nu gaat de beurt naar de volgende speler.

Eind
De speler die het eerst alle plaatjes op zijn legvel met het overeenkomstige kaartje heeft bedekt, is de winnaar van het spel.

2.5.Tekening

Eefje haar lievelingskleur is donkerblauw.  In de verteltas zit een prent van Eefje die nog moet ingekleurd worden.
Het kind mag de tekening inkleuren met zijn/haar lievelingskleur in verschillende tinten bv.  lichtblauw, donkerblauw, babyblauw, …
De prent heeft ook nog geen gezicht. Daar mag een foto van het gezicht van het kind in gekleefd worden. Zo draagt het kind zijn lievelingskleur net als Eefje!





2.6.Eefje de pop

De pop kan je gebruiken om het verhaal mee na te spelen en Eefje doorheen het huis alle kleuren te laten ontdekken.
Eefje kan mee op stap gaan, wandelen, fietsen, met de auto mee, mee naar oma, …
Wat Eefje de meegemaakt heeft tijdens de week / het weekend mag het kind later vertellen in de klas.

2.7.Cape

Je kind kan thuis de cape dragen om zich in de rol van Eefje in te leven. Ook tijdens het maken en spelen van allerhande spelletjes die te maken hebben met het verhaal kan de cape gedragen worden.
Wanneer de periode van de verteltas erop zit doet het kind de cape aan in de klas en neemt eveneens de pop Eefje bij zich om te vertellen wat ze hebben beleefd.
3.      Nevenverhaal

De kleur van de lucht
Dit boek is naast het hoofdverhaal ook een boek die te maken heeft met kleuren. Maar het in dit verhaal ontbreekt het kleurtje blauw …


Marisol is gek op tekenen. Ze tekent altijd en overal. Ze kan niet wachten, als ze samen met haar klas de muur van de bibliotheek mag beschilderen. Ze weet één ding: zij zal de lucht verven. Als ze bij de potjes verf kijkt, ontdekt ze dat er geen blauw bij zit. Hoe kan ze de lucht schilderen als die kleur ontbreekt? Even later gaat ze met de schoolbus naar huis en terwijl ze naar de lucht kijkt, weet ze ineens de oplossing. In dit prachtig geïllustreerde boekje wordt de lezer duidelijk gemaakt, dat je verder moet kijken dan de 'gebaande paden'. Kinderen worden aangezet tot creativiteit. Op elke pagina staan een aantal korte tekstregels in een fantasieletter, met daarnaast of daaronder grappig getekende illustraties in zwart, bruin en wit; alleen de tekeningen van de kinderen en de tekenmaterialen zorgen voor enkele kleuracccenten. Pas als Marisol in de schoolbus zit en naar de lucht kijkt, komt er meer kleur in de afbeeldingen. En als ze droomt dat ze door de lucht zweeft, spatten de kleuren van de pagina af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten